Essentie – Gras groeit sneller door eraan te trekken!

Ontwikkel de competenties van je medewerkers door Ton van Dongen, Jan Harmen Rietman

GrasGroeitSnellerKerncompetenties worden afgeleid van de missie, visie, strategie en doelen van de organisatie, die voor iedere medewerker gelden. De kerncompetenties (vaardigheden) geven het algemene gedrag weer dat cruciaal is voor het succes van de organisatie. Vaak is dit resultaatgerichtheid, klantgerichtheid, initiatief en samenwerken. Bij reclamebedrijf bijv. ook creativiteit. Vanuit de rol van leidinggevende worden in het boek voor 48 competenties tips gegeven om medewerkers te laten ontwikkelen in de gekozen competentie. Er zijn veel meer competenties (vaardigheden) die zichtbaar worden door gedrag. Je kunt competenties in delen in bepaalde situaties; bestuur-organisatorisch, sociaal-communicatief, intellectueel, emotioneel of taakgericht.

De levenswijsheid die gestalte heeft gekregen in spreekwoorden en gezegdes: Clichés;

  • Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
  • De appel valt niet ver van de boom
  • Wie zaait zal oogsten
  • Gras groeit niet harder door eraan te trekken
    • Gras groeit niet harder door eraan te trekken. Dus als je gras wilt laten groeien, moet je het met rust laten. Misschien af en toe eens maaien, maar zeker er niet aan gaan trekken.
  • Jonge twijgen kan men buigen, oude bomen niet
  • Spreeuwen willen wel kersen eten, maar geen bomen planten

 Competentie-ontwikkeling: START-methode

Waar ligt de oorzaak van ongewenst gedrag? Inzicht geeft het ijsbergmodel.

IJsbergmodel

Gaat het om gedragsgewoonten die veranderd moeten worden of ligt de oorzaak bij een gebrek aan kennis en vaardigheden? Of dieper bij iemands opvattingen of persoonlijkheid? Of wordt hij door de omstandigheden gedwongen of gestimuleerd tot ongewenst gedrag?

Je kunt dit bespreken met de START-methode:

  • Situatie – Wat was de situatie of context van de gebeurtenis
  • Taak – Welke taken/verantwoordelijkheden had de medewerker in die situatie? Wat mocht van hem verwacht worden?
  • Actie – Wat heeft de medewerker concreet gedaan en gezegd? Wat was het gedrag van de medewerker?
  • Resultaat – Wat was het resultaat van de acties of het gedrag of het effect ervan op anderen (jou, collega’s, klanten, …)?
  • Terugblik – Terugkijkend op deze gebeurtenis, wat kan de medewerker ervan leren? Wat kan hij de volgende keer anders/beter doen?

Dit lijkt weer erg op de complimenten of reprimandes van de One-Minute Manager. Als je gras wilt laten groeien, of competenties wilt ontwikkelen, moet je er niet aan trekken, maar moet je het voeden, aanmoedigen, ondersteunen. Je moet de juiste situaties creëren om het te kunnen laten groeien.

Dit bericht is geplaatst in Boekblog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *